Brexit, economische crisis, migratiecrisis … het loopt niet allemaal van een leien dakje in de Europese Unie. Misschien stel jij je, in het licht van de huidige gebeurtenissen, ook vragen bij de relevantie en de werking van de EU. Deze korte video legt je op eenvoudige wijze uit hoe en waarom de Europese Unie werd opgericht.
Alles begon in 1950 met een economische overeenkomst tussen Duitsland en Frankrijk over twee hulpbronnen die overvloedige aanwezig waren in Europa: kolen en staal. Een jaar nadien werd de basis gelegd van wat later de Europese Unie zou worden: de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) met 6 leden: Duitsland, Frankrijk, België, Luxemburg, Nederland en Italië.
De lidstaten zetten volop in op hun economische herstel. Ze slaagden daar vrij goed in en creëerden twee nieuwe samenwerkingsinstrumenten: EURATOM en de EEG (Europese Economische Gemeenschap). De EEG zou later omgedoopt worden tot de Europese Commissie.
Andere landen zagen de positieve effecten van een samenwerking en sloten zich al snel bij de alliantie aan: Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk in 1973, en Griekenland, Spanje en Portugal in 1985.
Na de val van de Berlijnse Muur (1989) kwam alles in een stroomversnelling. In 1992 kwam de Europese Unie op het idee om een gemeenschappelijke munt in het leven te roepen: de euro. Tussen 1995 en 2004 traden 13 landen tot de EU toe, tot de EU in 2016 28 leden telde, en vervolgens 27 met het vertrek van het Verenigd Koninkrijk (Brexit).