Zeggen de grotten van Lascaux u iets? In 2016 werd het project “Lascaux IV”, een volledige en gedetailleerde reproductie van de prehistorische grot, officieel geopend. Vraagt u zich af wat dat met de Europese Unie te maken heeft? Het antwoord is simpel: dit project werd mede mogelijk gemaakt dankzij EU-fondsen. EFRO, ESF, Cohesiefonds, ELFPO, EFMZV … De video legt op een eenvoudige en gedetailleerde manier uit hoe het regionale beleid van de EU werkt en welke verschillende fondsen daaraan bijdragen.
Maar wat is eigenlijk het regionale beleid van de Europese Unie? Dit beleid, ook wel cohesiebeleid genoemd, is een beleid van solidariteit dat erop gericht is het economische welzijn van de EU-regio’s te verbeteren en zo ongelijkheden en verschillen in welvaart binnen de Unie te voorkomen, en dit zowel wat betreft burgers als regio’s en staten. Het beleid neemt een belangrijke plaats in in de acties van de Europese Unie, waaraan meer dan een derde van haar begroting (2014-2020) wordt besteed, hetzij bijna 352 miljard euro.
Concreet wordt al dat geld geïnvesteerd in vijf domeinen (werkgelegenheid, innovatie, klimaatverandering, onderwijs en armoede) en verdeeld over de regio’s (en niet de Staten). Hierbij worden de regio’s ingedeeld volgens hun economische situatie, waarvan het bbp (bruto binnenlands product) de indicator is.
Maar waar komt dat geld eigenlijk vandaan? Dit geld komt van wat we de fondsen noemen. Er bestaan verschillende fondsen en elk fonds draagt bij tot het stimuleren van de groei en de competitiviteit van de regio’s binnen verschillende domeinen.
Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling of EFRO heeft tot doel de economische en sociale cohesie in de Europese Unie te versterken door regionale onevenwichtigheden te corrigeren. Het EFRO is actief binnen vier domeinen: innovatie en onderzoek, technologische ontwikkeling, steun voor kmo’s (kleine en middelgrote ondernemingen) en de transitie naar een koolstofarme economie.
Het Europees Sociaal Fonds of ESF draagt bij aan de financiering van projecten op het vlak van werkgelegenheid, opleiding, leerlingwezen en sociale integratie. Het ESF helpt bijvoorbeeld de toegang tot de arbeidsmarkt te vergemakkelijken voor werkzoekenden, inactieven of migranten, alsook discriminatie op de arbeidsmarkt te bestrijden.
Het Cohesiefonds is bedoeld voor landen waarvan het bbp per hoofd van de bevolking minder dan 90% van het Europese gemiddelde bedraagt, d.w.z. alle landen die sinds 2004 tot de EU zijn toegetreden (Bulgarije, Cyprus, Estland, Griekenland, Hongarije, Kroatië, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië). Het fonds kan tot 85% financieren van de subsidieerbare uitgaven van grote projecten op het vlak van milieu, vervoer enz. Het heeft tot doel de cohesie en de solidariteit binnen de Unie te versterken.
Het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) ondersteunen de visserij- en de landbouwsector.
Ondanks al die inspanningen blijven er verschillen tussen de regio’s bestaan. Zo verschillen de bbp’s van de lidstaten soms met een factor drie …
Een deel van die miljarden euro’s moet in principe gebruikt worden om de klimaatverandering tegen te gaan, maar sommige landen worden ervan beschuldigd dat geld aan te wenden voor de ontwikkeling van fossiele brandstoffen … Een ander punt van kritiek is dat de door de EU gekozen indicator voor de verdeling van de middelen, het bbp, niet echt representatief lijkt te zijn voor de rijkdom van elke regio. De HDI (Human Development Index) is wellicht geschikter, aangezien die niet alleen op het bbp is gebaseerd, maar ook op de levensverwachting bij de geboorte en de gemiddelde duur van de schoolopleiding.
De Europese Unie is niet perfect: haar beleid heeft soms zijn doeltreffendheid bewezen, maar moet nog verder worden verbeterd.